Introductie
Introductie
Volgens Griekse en Chinese filosofieën is de mens geneigd tot het Goede; volgens de Rooms Katholieke Kerk is hij geneigd tot het Kwade. Waarschijnlijk ligt de waarheid in het midden ! Het is de strijd tussen macht en rijkdom aan de ene kant en rechtvaardigheid en mededogen aan de andere kant. Helaas is nog te dikwijls de Engelse zinspreuk ‘might is right’ van toepassing. Wij geloven dat uiteindelijk de ‘power of love’ het van de ‘love of power’ gaat winnen !
Om hun onderdanen zo veel mogelijk naar het Goede te leiden hebben samenlevingen ethische codes ontwikkeld. Tussen 3000 en 1000 jaar vóór onze jaartelling ontstond bij de Grieken de deugdethiek. Via de Romeinen kwam ze in de christelijke cultuur en is in West Europa praktisch opgeld blijven doen tot na de Tweede Wereldoorlog. Het monopolie van de Goddelijke Bevelstheorie werd eerst aangevochten door de Verlichting (Descartes en Kant) en later aangevuld door het Utilisme, de Sociale Contracttheorie en de Amerikaanse persoonlijkheidscultuur. Laatstelijk is daar uit de positieve psychologie de wetenschappelijke aanpak van de sterkekantenbenadering ontstaan.
Met de secularisering in de vorige eeuw was in Nederland de aandacht voor de deugdethiek weggeëbd. Diverse auteurs geven aan dat de deugden recentelijk weer in populariteit zijn toegenomen. Deugden passen bij het moderne levensgevoel, verschaffen authenticiteit, identiteit en duurzaamheid. Ze geven meer houvast dan waarden en meer vrijheid dan normen. Deugden vormen ook de ruggengraat van integriteit, door hoofd met hart en handelen te verbinden.[i] De media hielden er zich mee bezig en er verschenen talloze publicaties over het onderwerp.[ii] Er is een besef ontstaan dat er grenzen zijn aan vrijheden en rechten van de burger en dat er een balans hoort te zijn tussen rechten en plichten.
De conclusie van ons onderzoek is dat er een heilzame trend is in het ethische gedrag van de mensheid. Ontwikkelde maatschappijen met een uitgebreid arsenaal van veiligheidsbescherming, rechten en rechtspraak, zoals West-Europa en Amerika, zijn daar een voorbeeld van. Tevens zien we dat er nog aanzienlijke ruimte is voor verdere ethische verheffing. We moeten proberen ethisch-verantwoord en deugdzaam gedrag op een hoger plan te brengen, collectief en individueel. Volgens de deugdrecepten, vooral die van mededogen en liefde!
Dit essay geeft uiteraard geen kant-en-klaar recept om deugdzaam te worden en ook geen afgerond actieprogramma. Dat zal niet verbazen. Het terrein van het menselijk gedrag is bijna onbegrensd en (deugd)ethiek speelt praktisch overal een rol. Er dient verder onderzoek gedaan te worden, zoals aangegeven in het Manifest op deze site. En er dient actie ondernomen te worden op velerlei terrein. Door individuen, organisaties, landen en internationale entiteiten, zoveel mogelijk in samenwerking met elkaar. Deze site beoogt een bron van informatie te zijn op het gebied van de (deugd)ethiek en een stimulans voor studie en actie voor eenieder die daarin geïnteresseerd is.
4.1. Evolutie deugdethiek
We gaan er voorlopig van uit dat niet alle menselijke gedrag uitsluitend altruïstisch kan zijn, want dan zouden we een heel ander type maatschappij krijgen. We zijn momenteel georganiseerd rond het principe van (verlicht) eigenbelang. Mogelijk is er een optimale mix van gedrag gebaseerd op eigenbelang, op verlicht eigenbelang en op altruïsme, een win-win-win model !? De proporties variëren waarschijnlijk naar gelang de sociaaleconomische sector waar men mee te maken heeft. Voor verlicht eigenbelang dient een ruimere plaats te worden ingeruimd. ‘Caring Economics’ heeft daar suggesties voor.[iii]
Zoals vaker gezegd is het wenselijk voor een betere wereld de kwaliteit van ons ethisch handelen te verbeteren, onder meer door een opleving van de deugdcultuur. Dat is ook steeds één van de doelstellingen van wereldreligies geweest en dat is wat moraalfilosofen en -theologen ons de geschiedenis door steeds hebben voor gehouden. Dat is ook het doel geweest van het waarden- en normendebat onder de regering Balkenende en van andere soortgelijke campagnes, zoals de Compassie campagne van Karen Armstrong.
Globaal genomen zijn de inkomens- en welvaartsverschillen de afgelopen decennia sterk vergroot, zowel binnen als tussen naties. De inkomensverschillen op internationaal niveau met nog bijna een miljard mensen die van minder dan één dollar per dag moeten leven, zijn geopolitiek risicovol en mensonwaardig. Om die inkomensverschillen te verminderen moeten niet alleen de deugden rechtvaardigheid en solidariteit uitgeoefend worden, maar kunnen andere deugden zoals matigheid, moed en liefde hun steentje bijdragen. De Verenigde Naties, het Vaticaan, internationale moraalfilosofen en anderen zijn het hierover hartgrondig met elkaar eens.
Ethische codes dienen opgesteld of verder uitgewerkt te worden om tot een betere wereld te geraken. En waar de juiste codes al bestaan, dienen ze beter toegepast te worden. In laatste instantie gaat het niet alleen om de beschikbaarheid van een ethische code, ook niet om de houding ten aanzien van die code en de erin vervatte waarden, maar gaat het om het concrete gedrag van personen, groepen en samenlevingen. Wat telt is de verbetering van ethisch verantwoord gedrag, individueel en collectief.
4.2 Deugddefinities
We hebben de diverse definities van deugden bekeken, inclusief de deugdcriteria van Seligman. We hebben Yearly’s definitie als samenvattend aangenomen en enkele ophelderingen toegevoegd.
De sterkekantenbenaderingen in de V.S. en hier zijn in zekere mate een tussenvorm van de deugdethiek aan de ene kant en van ethisch verantwoord handelen aan de andere kant. Terwijl we abstract over deugden kunnen spreken, kan dat bij de concrete persoon alleen als de persoon deugdethisch gericht is. Sterkekanten kunnen bij iedereen van toepassing zijn, ook bij personen die niet van goed karakter zijn. We zouden van iedereen een deugdzaam persoon willen maken, maar voor het moment moeten we naast het kweken van ‘deugdzamen’ zoveel mogelijk sterke kanten ontwikkelen bij iedereen. In de hoop dat personen ontvankelijk zijn voor de ontwikkeling van andere sterke kanten en uiteindelijk deugdza(a)m(er) worden.
We hebben nog geen definitie voor ‘ondeugd’. Daar lijkt minder aandacht aan besteed te zijn in de loop van de geschiedenis, terwijl ondeugd toch welig getierd heeft, en nog ! Het zou logisch zijn de verschijnselen ondeugd- deugd integraal aan te pakken en ze als een continuüm te zien, zeker als we de graduele in plaats van de typologische benadering volgen. Dit zou tevens de kwestie van de ‘punctualiteit’ (afbakening) van de deugd moeten bestrijken en in houden dat er een continuüm in het gedrag bestaat: van deugd tot ondeugd en omgekeerd.
De definities van een aantal sleutelbegrippen hebben we gemaakt in hoofdstuk 1. Floreren, excelleren, virtuoos zijn en uitblinken doe je voornamelijk op de gebieden sport, onderwijs en arbeid en op basis van talenten en gaven, die wel ontwikkeld dienen te worden maar in principe aangeboren zijn. Bevlogenheid wordt veelal voor de werkomgeving gebruikt, maar heeft ook een algemene toepassing. Bevlogenheid is vooral een positieve, energieke houding, maar is geen garantie voor superieure resultaten.
De kwaliteiten die gevraagd worden voor superieure studie, sport- en arbeidsactiviteiten zijn deels verschillend van de eigenschappen die gevraagd worden voor een deugdzaam persoonlijk leven. Er lijken evenwel gemeenschappelijke elementen te bestaan in zowel de aard van de gevraagde competenties als in de ermee gepaard gaande vormingsprocessen van alle manifestaties van excelleren, inclusief de ethische. Bij de promotie van deugdethisch gedrag kunnen we mogelijk gebruik maken van bevindingen op deze andere terreinen. In beide gevallen heeft men motivatie en inzet nodig, de befaamde ‘goede wil’. Het enthousiasme, positivisme en optimisme dat ieder van deze superieure prestaties gewoonlijk vergezelt, zou nuttig kunnen zijn voor het uitblinken in ethisch-verantwoord gedrag. Dit zou des te meer moeten gelden als het enthousiasme een positieve ideële inhoud heeft.
Deugden worden traditioneel als ‘particularistisch’ en persoonlijk gezien. Er zijn evenwel ook volks- en beroepsdeugden (zie elders op deze site). We zijn er van overtuigd dat voor een optimale bevordering van ethisch en deugdzaam gedrag dit tegelijkertijd aangepakt moet worden op elkaar ondersteunende macro, meso en micro terreinen.
4.3 Deugdselectie
De westerse geschiedenis van de deugdethiek begon bij de Grieken. De Rooms-Katholieke Kerk heeft de klassieke deugden van rechtvaardigheid, wijsheid, matigheid en moed verder statuur gegeven samen met de theologische deugden van geloof, hoop en liefde. De Verlichting voegde daar vrijgevigheid (Descartes), categorische imperatief en waardigheid van de mens (Kant) aan toe; het Utilisme, het grootste geluk voor het grootste aantal mensen en de contracttheorie overeenkomsten tussen ethisch verantwoorde mensen.
Wat is de evolutie geweest in de ondeugden? Heeft daar ook differentiëring zoals van den Brink dat bij het hogere constateerde, plaatsgevonden?
Uit ons overzicht in hoofdstuk 1 blijkt dat de 14 besproken deugdsystemen de volgende goede eigenschappen als numeriek de belangrijkste aangeven: rechtvaardigheid (12), integriteit/eerlijkheid (11), matigheid/zelfdiscipline (11), nederigheid/bescheidenheid (10), liefde (9), moed (9), goedgeefsheid (8), volharding/doorzettingsvermogen (8), wijsheid (7). De zes meer recente van de 14 systemen geven relatief meer aandacht aan de ‘moderne’ karaktertrekken van goedgeefsheid, beleefdheid/respect, vergevingsgezindheid, volharding, burgerschap (zorgzaamheid) en openheid.
Aan de ene kant is er in de geschiedenis een redelijke stabiliteit geweest in de samenstelling van het deugdpakket. Aan de andere kant is er toch zowel een evolutie geweest in zowel de samenstelling van het pakket als in de interpretatie van individuele klassieke deugden. Het variabele in het pakket is voornamelijk bepaald geweest door de ‘eisen des tijd’. Moed bij voorbeeld in de oorlogszuchtige periode van Grieken en Romeinen en de theologische deugden in de periode van de Goddelijke Bevelstheorie. De Verlichting bracht rationalisme en logica in de deugden en de opkomst van de Contracttheorie ging samen met de opkomst van democratie.
In de Amerikaanse persoonlijkheidscultuur zijn díe sterkekanten van eminent belang die succes in het professionele en maatschappelijke leven bevorderen. Zoals het World Values Survey en van den Brink aangeven is er een spirituele modernisering opgetreden van traditioneel naar seculier-rationeel en naar ontplooiing van het individu door grotere autonomie, keuze en verantwoordelijkheid.
De deugden in de Amerikaanse trainingsprogramma’s komen sterk overeen met de eigentijdse deugden die we in Nederland signaleren, bijvoorbeeld bij Character Education Network: verantwoordelijkheid, volharding, zorgzaamheid, zelfdiscipline, burgerschap, eerlijkheid, moed, rechtvaardigheid, respect, integriteit (en vaderlandsliefde).
Op grond van de gesignaleerde ontwikkelingen op internationaal, religieus en sociaalpsychologisch gebied, dienen we een deugdpakket te identificeren dat de mondiale samenleving optimaal vooruit helpt. De eerder gesignaleerde, actuele deugden worden daarbij bevestigd en verruimd:
- wereldburgerschap, (mondiale) solidariteit, (mondiale) rechtvaardigheid;
- vriendelijkheid, zorgzaamheid, mededogen, liefde;
- authenticiteit, integriteit, openheid, eerlijkheid, betrouwbaarheid,
gelijkwaardigheid, respect; - matigheid, zelfdiscipline, nederigheid, dankbaarheid;
- hoop, positivisme, optimisme;
- ijver, leergierigheid;
- moed
Op het niveau van het individu, blijven de klassieke deugden onverminderd belangrijk, zoals rechtvaardigheid, hoop, liefde en wijsheid (gezond verstand). Sommige ervan krijgen een andere invalshoek vanwege internationale politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. Dit geldt voor rechtvaardigheid/solidariteit/verdraagzaamheid in onze multiculturele wereld met zijn migratie, schrijnende armoede en grote inkomensverschillen. En in de rijke landen een groeiende kloof tussen hoge en lage inkomens en tussen laag- en hoogopgeleiden.[iv]
Het eerder geciteerde 2014 onderzoek van McGrath op basis van ruim een miljoen door respondenten ingevulde VIA-IS questionnaires geeft aan dat de meest voorkomende karaktersterkten in de wereld in volgorde van belangrijkheid de volgende zijn: honesty (eerlijkheid), fairness (rechtvaardigheid, billijkheid), kindness (vriendelijkheid), judgment (gezond verstand), curiosity (leergierigheid) en gratitude (dankbaarheid). De minst voorkomende karaktertrekken in de wereld zijn, in afnemende volgorde: zest (pit, enthousiasme), spirituality (spiritualiteit), prudence (zorgvuldigheid), humility (bescheidenheid), en self-regulation (zelfbeheersing). In het algemeen tonen de resultaten volgens hem een opmerkelijk niveau van overeenkomst in karaktersterkten tussen de diverse landen. De eigenschappen die hier sterker naar voren komen dan in ons algemene overzicht zijn vriendelijkheid, leergierigheid en dankbaarheid.
De deugd van de matigheid krijgt ook een andere maatschappelijke betekenis vanwege geconstateerde hebberigheid in de financiële wereld en het toenemende overgewicht onder de bevolking en verslaving. Matigheid is een belangrijke deugd voor de volksgezondheid geworden.
In onze onderling afhankelijke wereld met zijn talloze netwerken en multiculturele contacten is er ook toenemende behoefte aan interpersoonlijke kwaliteiten als samenwerking, respect, openheid, zorgzaamheid, optimisme, mededogen en humor
De deugd ‘moed’ dient ook meer aandacht te krijgen om de misstanden op nationaal en internationaal niveau effectiever aan te pakken. Het is onbegrijpelijk en zeker onacceptabel dat ernstige internationale misstanden zoals in het Midden Oosten getolereerd worden, zelfs steun krijgen en degenen die het daarmee oneens zijn, soms de meerderheid, daar niet op durven of willen reageren. Hetzelfde geldt voor de internationale inkomensverschillen en voor corruptie. Misschien dat de hoge inkomens in het westen de burger extra kwetsbaar hebben gemaakt voor dreigementen en sancties van oneerlijke en agressieve machthebbers. En het politieke apparaat is kwetsbaar, zeker als het op internationale rechtvaardigheid aankomt.
De deugd ‘respect’. De bevindingen zijn ietwat verwarrend. Motivaction en Joep Dohmen constateren ‘dikke iks’ en gebrek aan respect bij jongeren. Als deugd wordt ‘respect’ evenwel frequent genoemd in deugdclassificaties. Bij het onderzoek in Groningen bestond de grootste overeenstemming tussen de groepen over het belang van deze deugd. Zij gold niet alleen als belangrijk, zij wordt samen met openheid gezien als de beste mogelijkheid om de relatie tussen de verschillende bevolkingsgroepen te verbeteren. Waarschijnlijk is er een kleine minderheid onder de jongeren, die zich niet respectvol gedraagt, iets wat door ‘pers-sensatie’ opgeblazen wordt. In het algemeen lijkt respect veel achting te genieten.
En het gaat niet alleen meer over ethiek voor mensen. ‘Volstrekt Respectvol Leven’ met als ondertitel, ‘Oprukkend Veganisme in Nederland’ [v] geeft aan dat er, zeker in bepaalde groeperingen, een toenemend respect bestaat voor dieren. Geen wonder met zo’n kleine twee miljoen huis- en troeteldieren in het land! Het dier wordt niet langer alleen gezien als een consumptie- of gebruiksartikel. De eerdere oprichting van een Dierenpartij in de Tweede Kamer wijst in dezelfde richting (zie blz. 20).
4.4 Deugd- en aanverwante gegevens
Harde, objectieve gegevens over zwakke en sterkekanten gedrag zijn er nauwelijks, noch over de situatie vroeger, noch over de huidige tijd. Eerdere gegevens van VIA-IS zijn voornamelijk zelfbeoordelingen en berusten niet op waargenomen effectief gedrag. Zoals McGrath aangeeft zit er inflatie in de zelfbeoordelingen en zijn de gegevens niet representatief voor de hele bevolking. We hebben gegevens over het aantal heiligen in de R.K. Kerk, over mensen die door regeringen of andere instanties onderscheiden zijn voor goed gedrag. We hebben ook de gegevens over vrijwilligerswerk, lidmaatschap van ideële organisaties en schenkingen aan goede doelen. Allemaal nuttige aanwijzingen, maar deze gegevens beantwoorden onvoldoende aan onze deugddefinitie.
Hetzelfde geldt voor ondeugden. Daar hebben we gegevens over, onder meer, aantallen en soorten misdaden en gevangenen, maar ook die komen niet goed overeen met de definitie. De gegevens van de sociale onderzoeken in hoofdstuk 2 gaan meer over houdingen en over indicaties van (on)deugdzaam gedrag. De onderzoeken van Van den Brink, Platform Bèta en Bevlogenheid betreffen potentiële virtuositeit, geen realiteit. Ze verschaffen allemaal belangrijke data om de sociaalpsychologische en culturele status van de Nederlandse burger te beoordelen, maar zijn onvoldoende voor een strikte beoordeling van het gedrag. De grootste hoeveelheid gegevens over deugden en sterkekanten zit waarschijnlijk bij VIA-IS met meer dan twee miljoen questionnaires.
Er dienen meer en betere gegevens vergaard te worden over actueel ethisch verantwoord en deugdzaam gedrag. Dit zou kunnen op basis van steekproeven, waarbij het gedrag gevolgd wordt op permanente of periodieke basis met gebruik van interviews. Op basis van die gegevens zouden indicatoren en indexen geconstrueerd kunnen worden, zoals dat nu ook gebeurt op andere terreinen van menselijke ontwikkeling en geluksbeleving.
4.5 Promotie deugdzaam gedrag
algemeen
Hoe breng ik het niveau van deugdethisch gedrag in de maatschappij op een hoger plan en hoe zorg ik dat een zo groot mogelijk aantal mensen zich deugdzamer gaat gedragen.
Nu we een coherent pakket van deugden hebben geïdentificeerd, moeten we gaan bepalen hoe we die aan de man (en de vrouw) gaan brengen. Dit wil niet zeggen dat we een standaard ‘superpersoon’, bijvoorbeeld wereldburger, [vi] op het oog hebben die een van tevoren vastgestelde, ideale combinatie van karaktertrekken heeft. De persoon is autonoom en moet de vrijheid gelaten worden eigen levensdoeleinden en karakterconfiguratie te bepalen.
We zouden een (deugd)ethisch systeem willen opstellen dat coherent is voor de wereld (macro), organisaties/landen (meso) en individuele personen (micro). Macro, hebben we met globalisering, onze ‘tand des tijd’ en wereldethiek te maken, meso met groepsethiek voor landen en organisaties en micro met persoonlijke (deugd)ethiek voor individuen. Het primaat wordt toegekend aan de wereldethiek, het macrosysteem, terwijl de meso en micro codes afgeleid of in ieder geval getoetst worden aan het hogere macrokader. Net zoals dat gebeurt in de rechtspraak. Op die manier krijgt men een geïntegreerde ethische code, waarvan de samenstellende delen met elkaar in harmonie zijn. De benadering dient zowel top-down als bottom-up te zijn.
We zouden een (deugd)ethisch systeem willen opstellen dat coherent is voor de wereld (macro), organisaties/landen (meso) en individuele personen (micro). Macro, hebben we met globalisering, onze ‘tand des tijd’ en wereldethiek te maken, meso met groepsethiek voor landen en organisaties en micro met persoonlijke (deugd)ethiek voor individuen. Het primaat wordt toegekend aan de wereldethiek, het macrosysteem, terwijl de meso en micro codes afgeleid of in ieder geval getoetst worden aan het hogere macrokader. Net zoals dat gebeurt in de rechtspraak. Op die manier krijgt men een geïntegreerde ethische code, waarvan de samenstellende delen met elkaar in harmonie zijn. De benadering dient zowel top-down als bottom-up te zijn.
Deze integratie van de diverse niveaus, in casu macro en meso, rechtvaardigt zich ook omdat geleerden geconstateerd hebben dat het ethische gedrag van mensen sterk kan variëren naar gelang omstandigheden. Die omstandigheden, zoals oorlog, rampen, armoede, onderontwikkeling kunnen eerder door grotere entiteiten dan door het individu gecontroleerd of beïnvloed worden.
macro
Top-down vanaf macroniveau, omdat door globalisering de wereld in toenemende mate geregeerd wordt door internationale en multinationale belangen en inzichten. De Verenigde Naties met de Universele Verklaring van de Mensenrechten en het internationaal recht, evenals de multinationals, zijn daar goede voorbeelden van.
De morele prioriteiten die vanaf mondiaal niveau gesteld, begeleid en uitgevoerd dienen te worden komen voor een belangrijk deel overeen met de UVRM-aanvullingen van Robert Muller, waaronder:
- afschaffen van oorlogen;
- afschaffen van (nucleaire) bewapening;
- (internationale) rechtvaardigheid en vermindering inkomensverschillen;
- sociaaleconomische ontwikkeling;
- promotie van de deugden integriteit en eerlijkheid;
- promotie van de deugden mededogen, liefde en vergeving.
In hoofdstuk drie hebben we belangrijke bronnen van de mondiale gedragscode de revue laten passeren: religies, onder andere het Vaticaan met zijn invloedrijke encyclieken; de familie van de Verenigde Naties, met als kernstuk de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de Post-2015 Development Agenda; het Handvest voor Compassie van Armstrong en de mondiale spiritualiteit van Muller. Verder de richtlijnen en actieprogramma’s van de internationale ‘civil society’ en aanbevelingen van internationale moraalfilosofen (Singer, Küng en Laszlo). De Verenigde Naties en de encyclieken van het Vaticaan, samen met de betrokken internationale ‘civil society’ lijken de belangrijkste progressieve krachten op wereldniveau om onze wereld naar een rechtvaardiger toekomst te leiden. Door samen op te trekken zal hun effectiviteit daartoe vergroot worden. Eéndracht maakt macht!
Küng herinnert ons eraan dat achter het recht een ethische overtuiging nodig is om de ethiek te funderen. De juni 2015 encycliek ‘Laudato Si’ van Paus Franciscus verschaft belangrijke ethische overtuigingen op het gebied van klimaatbeheersing en internationale rechtvaardigheid.
Samenlevingen werden in het verleden aangestuurd door het triumviraat regent – koopman – pastoor. De positie van de pastoor is in Europa aanzienlijk verzwakt ten gunste van de andere twee, maar hij heeft zijn positie recentelijk versterkt met de encycliek ‘Laudatio Si’. De moderne koopman is inhalerig en vaak niet transparant; de regent lang niet altijd integer. Bij de Europese Unie in Brussel zijn 25.000 lobbyisten werkzaam!
Democratie is voor een belangrijk deel cliëntelisme geworden. In deze situatie is het wenselijk dat het maatschappelijk middenveld (civil society), op nationaal en internationaal niveau, als een sterke onafhankelijke pressiegroep gaat fungeren voor een rechtvaardiger wereldorde.
Om vormingsprogramma’s tot wereldburgerschap effectiever te maken dienen macro- en meso-organisaties informatie- en motivatieprogramma’s op te zetten. UNESCO en andere instanties beschikken over dergelijke programma’s.
meso
- Ontwikkeling, instandhouding en bevordering van deugdzaam gedrag van personen is een twee- of meer-richtingen operatie, van de mondiale code(s) via meso-instanties naar het individu en omgekeerd. Het WRR Rapport voor Nederland is een passend ‘meso-document’ en we citeren het rijkelijk omdat het praktisch een complete strategie voor deugdpromotie geeft. ‘Er is behoefte aan voorlichting en informatievoorziening, aan uitvoerige publieke discussies over waarden en normen, aan experimenten met de aanpak van concrete problemen en aan nader onderzoek. Deze activiteiten vinden nu reeds op tal van plekken in de samenleving plaats, in werkplaatsen voor informatie, overdracht, onderzoek en discussie over waarden, normen en gedrag. In deze werkplaatsen voor waarden, normen en gedrag zal in elk geval aan de volgende aspecten aandacht moeten worden besteed:
- het verschaffen van voorlichting en elektronische informatievoorziening, in interactieve vorm, over waarden, normen en gedrag;
- het entameren van een publieke discussie over waarden, normen en gedrag in de vorm van fora, conferenties, publieke geschriften en openbare debatten; centraal hierbij staan problemen die worden opgeroepen door de pluriformiteit van waarden, religies en levensbeschouwingen in relatie tot de waarden van de democratische rechtsstaat;
- het uitdrukkelijk werken met rolmodellen van voorbeeldige personen in de verschillende instituties
- het ontwikkelen, beschikbaar stellen en verspreiden van conflictpreventieprogramma’s en het verzorgen van de praktische toepassing van deze programma’s in diverse sociale situaties en instellingen;
- het entameren van wetenschappelijk onderzoek op het terrein van waarden, zoals dat al veel langer bestaat in Noord-Amerika. Centraal dient hierbij te staan het onderzoek naar de manier waarop waarden in opvoeding en onderwijs en in een pluriforme samenleving als geheel het beste kunnen worden geïnternaliseerd, overgedragen en onderhouden. Op dit terrein is er in Nederland te weinig kennis, terwijl die kennis nodig is om de overige gewenste activiteiten op het terrein van waarden en normen deskundig te begeleiden’.[vii]
De WRR meent dat ‘mainstreaming’ nodig is om deugden effectief te ontwikkelen en aan te moedigen. [viii] Alle sociale actoren hebben daarbij een rol te spelen. Hoewel de overheid een groot belang heeft bij de kwaliteit en de resultaten van deze opvoeding, kan ze zelf niet eenvoudig en niet te snel interveniëren in dit proces. Dit is geïllustreerd door het geaborteerde Handvest voor Verantwoordelijk Burgerschap. Het WRR rapport pleitte voor een institutionele benadering: de scholen, het welzijnswerk en de jeugdzorg. Ook religieuze instellingen met, althans in de christelijke religie, een groot aantal initiërende en ondersteunende praktijken voor deugdvorming. Verder de media, waaronder ook internet en de sociale media. Het onderwijs is één van de meest zichtbare plekken voor de normatieve problemen van onze tijd; van groot belang voor burgerschapsvorming en karakterontwikkeling.[ix] Ook het bedrijfsleven, beroepsopleidingen, recreatie en sport dienen een rol te spelen.
Verder zijn er ‘meso-codes’ voor beroepsethiek en professionele gedragscodes zoals die van notarissen, belastingadviseurs, diplomaten en leraren. [x] Ze dienen ontwikkeld te worden voor andere beroepen en mogelijk voor levensfasen, bijvoorbeeld voor senioren in de context van levenskunst.
Zulke meso-codes scheppen duidelijkheid, verhogen de aansprakelijkheid, sturen gedrag en stimuleren betrokkenheid en loyaliteit.[xi] Ze zouden ook ethische criteria voor selectie en benoeming in functies kunnen bevatten.
Een gedragscode is evenwel onvoldoende om maatschappelijke en individuele gedragingen te veranderen. Voor de ontwikkeling van deugden is een sterk systeem van opvoeding en vorming nodig in een omgeving die dit met positieve en negatieve sancties beloont. Deugden zijn vaste gewoonten die zich gevormd hebben over relatief langere perioden. Het is geen kwestie van informatie verstrekken. Het is houdingen aankweken en die vervolgens vertalen in duurzaam gedrag.
micro (individueel)
Filosofen en andere wetenschappers zijn het erover eens dat deugden niet aangeboren maar aangeleerd moeten worden. Maar wat is daarvoor de beste manier? Aristoteles en MacIntyre vinden dat men intellectuele deugden kan verwerven door leren, en karakterdeugden door oefening en gewoonte.[xii] Het spreekwoord ‘Goed voorbeeld doet goed volgen’, wordt door praktisch alle filosofen en deskundigen op dit gebied gerespecteerd.
Wat zijn de determinanten van ons ethische gedrag ? Behoeftevervulling volgens het schema van Maslov; motivatie, inclusief goede wil; beloning en straf? Waar ligt de grens tussen ethisch verantwoord en deugdzaam gedrag en hoe steekt men die over? Bij opvoeding tot uitblinken spelen ambitie, zelfwerkzaamheid en doorzettingsvermogen een rol. In het geval van deugdethiek: onder meer altruïsme, zelfverwezenlijking en voorbeeld.
Logischerwijs zijn er drie manieren om (deugd)ethisch gedrag te stimuleren: één, deugden aanleren of versterken, twee, ondeugden afzwakken of elimineren en drie, een combinatie van die twee? Seligman zegt dat de training in sterkekanten anders is dan het elimineren van zwakkekanten. De VIA-IS methodiek bestaat eruit je beste sterkekanten bewust en door oefening naar andere terreinen over te brengen. Een voorbeeld is de deugd van de matigheid. Als je er in geslaagd bent om het roken op te geven of te matigen, zou je die bewezen matigingscapaciteit naar een vermageringskuur kunnen overbrengen. Of, in het geval van liefde, als je van bepaalde personen houdt, dit uitbreiden naar andere personen, mogelijk zelfs je ‘vijanden’!
Deugd en ondeugd zijn nauw met elkaar verweven, in feite vormen ze volgens ons een continuüm. Promotie en aanleren van deugdzaam gedrag dient dus te geschieden in een integrale benadering van deugden en ondeugden. De progressie bestaat al aan de ‘negatieve’ kant. In een opstel met als titel ’De kwetsbaarheid van de Ethiek’, toonde de Leuvense filosoof Herman de Dijn aan dat er een verband bestaat tussen het grote kwaad van de misdaad en het kwaad van kleine vergrijpen. Ethiek begint binnenskamers. [xiii] Ook gedragspsycholoog Dan Ariely beweert dat grote schandalen klein beginnen.[xiv]
Vanuit de media en wetenschappelijke publicaties komt telkens weer naar voren dat opvoeding en (traumatische) jeugdervaringen een blijvende invloed op houding en gedrag uitoefenen. Vaak dat een jeugdig slachtoffer later in het leven op zijn beurt dader wordt. Jeugdarmoede en andere misstanden kunnen deze traumatische ervaringen in de hand hebben gewerkt. Gelukkig zijn dergelijke misstanden minder frequent geworden. Hogere inkomens en groter welzijn hebben in een groot deel van de maatschappij de omstandigheden geschapen om kinderen met veel aandacht en liefde op te voeden. Bij het doorschieten daarvan evenwel krijgen we te maken met verwennerij en potentieel met autisme en narcisme. We hebben eerder het ‘dikke-ik’ gesignaleerd, een wanfiguur in de westerse gedragswereld, resultaat van verwennerij, c.q. gebrek aan matigheid en discipline. Deze laatste deugden correleren sterk met die van beleefdheid, respect en rechtvaardigheid. Comte-Sponville zegt dat beleefdheid het begin van de deugd is en liefde de super-materie in deugdzaamheid!
In uitzonderlijke gevallen kan een periode van slecht gedrag in zijn tegendeel omslaan, zoals sommige heiligen laten zien (Franciscus, Augustinus, Paulus). Een ander voorbeeld zijn vroegere misdadigers of verslaafden die anderen proberen af te houden van hun vroegere misdadige gedrag. (bijvoorbeeld in de V.S.: ’Scare straight’). Misschien zijn er methodieken, of kunnen die ontwikkeld worden, voor de geïntegreerde aanpak van deugd en ondeugd.
Proefondervindelijk de passies in onszelf te beleven, ontsluit de deugden, zegt Sandra Maiti, Enneagram specialist. De passies in je eigen ziel bloot leggen vraagt pijnlijke eerlijkheid van jezelf. Het vraagt bereidheid jezelf precies te zien zoals je bent, wat vaak niet makkelijk is. Dit is omdat de passies zelf ons de weg versperren en ons overtuigen dat we niet hoeven te kijken en als we toch kijken onze blik verduisteren. Onze luiheid en ons zelfbedrog, onze trots en onze angst dat we niet kunnen verdragen wat we te zien krijgen, versperren onze weg – en dit zijn nog maar een paar van de passies. Leren om onszelf duidelijk en helder te zien is de kern van dit proces; bereid te zijn onszelf te zien zoals we zijn is alleen mogelijk met onbegrensde zelfacceptatie en vriendelijkheid jegens onszelf.[xv]
Vergeving door anderen van gemaakte misstappen is krachtige deugdvoeding. Afgezien van de intrinsieke opluchting, kan vergeving bij de ontvanger dankbaarheid en goede wil voor het leven oproepen.
De succesvolle methode voor het scheppen of onderhouden van bevlogenheid zou ook wel eens goed kunnen werken voor het aankweken van deugden: stel hoge verwachtingen (uitdagen) en biedt aantrekkelijke omstandigheden en royale beloning (deugd van goedgeefsheid). In het Engels ’love and limits’ en ‘tough love’.
In de geschiedenis zijn er schema’s van deugden gemaakt (o.a. Thomas van Aquino) waarbij sommige deugden afgeleid zijn van andere. Sommige filosofen zijn zo ver gegaan om één of enkele deugden als de oorsprong van, of een belangrijke invloed op, alle andere deugden te zien, zoals goedgeefsheid (Blaise Pascal), liefde en rechtvaardigheid. Seligman herleidde via een proces van abstractie de 24 sterkekanten tot 6 deugden en Mc Grath zelfs tot drie. Als je kerndeugden kunt identificeren, zou je daarmee het proces van deugdvorming mogelijk kunnen faciliteren.
De ‘clustering’ van deugden, de neiging van deugden in elkaars gezelschap te willen verkeren, kan het kweken van ‘deugdzamen’ en het aanleren van deugdzaam gedrag faciliteren. Zoals Wensveen en Dane het zeggen, om voor een karaktereigenschap een deugd te zijn, moeten de vier kardinale deugden op de een of andere manier terug te vinden zijn. Deugden zijn niet los verkrijgbaar, maar krijgen hun ware betekenis pas in een omvattend verhaal over het goede mens zijn.
Een belangrijke methode voor het aanleren van goede kwaliteiten en deugden is ook de zichzelf waarmakende voorspelling (self-fulfilling prophecy).
Die is een onderdeel van het positivisme en het optimisme. Ian Robertson in zijn recente ‘The Winner Effect’ beschrijft dat proces als volgt (vrij vertaald): ‘Heel weinig dingen die we doen zijn oorspronkelijk intrinsiek motiverend – behalve misschien de bevrediging van basisbehoeften, zoals eten en seks. Mensen hebben de steun nodig van extrinsieke motivatie om tot het punt te komen waarop ze zich competent en intrinsiek gemotiveerd voelen’.
Verder: ‘ De les is duidelijk: ongeacht wat ik van binnen voel, indien ik mij gedraag alsof ik voel zoals ik me wil voelen, dan komen die gevoelens waarschijnlijk vanzelf. Dan start je misschien een positieve terugkoppeling, waarbij andere mensen zodanig op me reageren dat ze de oorspronkelijk nog niet echt ervaren gevoelens bevestigen of ondersteunen’.[xvi] Als we ons als winnaars gedragen, hebben we een grotere kans om winnaar te worden. ‘Gemotiveerd blijven betekent dat je geniet van de intrinsieke bevrediging van het beheersen van de dagelijkse uitdagingen. Als je je aandacht richt op een verafgelegen, reusachtig doel, dan devalueer je de kleine dagelijkse vorderingen en maak je ze waardeloos. Wat je nodig hebt zijn redelijk uitdagende doelstellingen, veeleisend, maar haalbaar’.[xvii]
Comte-Sponville geeft wat betreft deugdzaamheid deze rol van de zichzelf waarmakende voorspelling aan het fenomeen ‘beleefdheid’. Hij zegt dat beleefdheid de eerste deugd is en misschien wel de oorsprong van alle deugden. Beleefdheid op zich is misschien wel geen echte deugd, maar dient als fundament voor de morele ontwikkeling van het individu. (Deugd)ethiek begint van onder af – met beleefdheid. Door met beleefdheid deugd te imiteren, worden we deugdzaam. Beleefdheid dan is geen deugd maar een afspiegeling ervan, die de deugd imiteert bij volwassenen en er de weg voor vrijmaakt bij kinderen.[xviii] Een ander voordeel van beleefd gedrag is dat het aanstekelijk werkt (‘Courtesy is contagious’, in het Engels).
Zoals William James, vader van de Amerikaanse psychologie het stelde: ’Wij worden zoals we handelen’. Zig Ziglar zegt ook dat logica een emotie niet verandert, maar actie wel.[xix] Dit imitatieprincipe werkt volgens kenners ook op andere gedragsterreinen zoals mededogen.[xx]
Het WRR rapport behandelt de rol van opvoeding en het gezin: ‘Waarden worden primair gevormd en overgedragen in de opvoeding van (jonge) kinderen. De levenswaarden zijn na het 25e levensjaar vrij stabiel.[xxi] De belangrijkste vormende waarde van de opvoeding met betrekking tot de internalisering van waarden en normen komt van :
- het zelf voordoen van die waarden door ouders en ouderen, door leerkrachten en gezagsdragers waar kinderen mee te maken hebben; rekening dient gehouden te worden met het feit dat de gezagsverhoudingen in de maatschappij, ook tussen ouders en kinderen veranderd zijn. De gehoorzaamheid van vroeger hoeft niet terug te keren, maar we moeten wel zoeken naar nieuwe vormen.[xxii]
- het met respect behandelen en tegemoet treden van kinderen en leerlingen; ze behandelen als personen in wording en niet als ‘ding’;
- het met behoud van liefde stellen van grenzen aan het gedrag van kinderen en leerlingen (love and limits). Dat is moeilijk in een tijd van grote welvaart en bijna onbegrensde en onmiddellijke behoeftebevrediging. Het gedrag van jongeren volgt hierin het gedrag van ouderen. Het opvoedingsproces vergt derhalve ook een heroriëntatie van het gedrag van volwassenen;
- het participeren van kinderen en leerlingen in het opstellen van de noodzakelijke gedragsregels thuis, op school en in de buurt. Het eenzijdig opleggen van dergelijke gedragsregels werkt minder effectief dan het gezamenlijk vinden van deze regels.[xxiii]
- Belangrijke vormende invloeden gaan uit van vrienden en partnerkeuze.
Zoals aangegeven door het WRR rapport is er in Nederland een beperkte capaciteit op het gebied van deugdethiek en karaktervorming. In Nederland zelf schijnen er niet veel programma’s in de scholen te zijn voor karaktervorming. Een uitzondering daarop is ‘Wereldburgerschap op school’ van het NCDO [xxiv] en het sterkekantenprogramma van Hiemstra voor het onderwijs.
We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden. In de Verenigde Staten zijn er een aantal universiteiten en andere onderwijsinstanties die zich inzetten voor karaktervorming van hun leerlingen.
Een voorbeeld is het ‘Character Education Network’,[xxv] eerder genoemd, van Thinking Media met Dr. Thomas Lickona als Coördinator, verbonden aan het National Centre for Youth Issues. Het ‘Character Education Network’ heeft elf karaktertrekken gedefinieerd, die haar systeem helpt aan te leren en waarvoor lesmateriaal beschikbaar is voor diverse leeftijden: verantwoordelijkheid, volharding, zorgzaamheid, zelfdiscipline, burgerschap, eerlijkheid, moed, rechtvaardigheid, respect, integriteit en vaderlandsliefde. Je kunt in dit systeem het aantal en soort karaktertrekken zelf bepalen aan de hand van een correlatieschema van karaktertrekken, dat op de website staat. Karaktervorming wordt hier gedefinieerd als de bewuste poging om deugden te ontwikkelen die goed zijn voor het individu en voor de maatschappij.
Thinking Media heeft ook een samenwerking op touw gezet met de Character Development Group van Dr. Philip Vincent. The Character Development Group is één van Amerika’s grootste uitgevers en autoriteiten op het gebied van karaktervorming. Thinking Media werkt ook samen met de Hamilton County Schools in Chattanooga, Tennessee om deze materialen te ontwikkelen en te testen. Hamilton County is één van de leiders van de integratie van karaktervorming in het onderwijs.
Een andere instanties die soortgelijk werk doet is de Character Counts Coalition van het Josephson Institute in Los Angeles. Deze Coalitie promoot de volgende zes ethische waarden: betrouwbaarheid, respect, verantwoordelijkheid, rechtvaardigheid, compassie en burgerschap.
Er is ook het in de V.S. wijdverspreide Character Education Partnership dat elf principes promoot voor de karaktervorming via scholen.
Het wetenschappelijke werk van Peterson en Seligman wordt gesponsored door het Values in Action (VIA) Institute on Character. Dit Instituut is verbonden met de stroming van de positieve psychologie en ligt aan de basis van ‘Character Strengths and Virtues’ van Peterson en Seligman. VIA werkt dan ook met hun 24 karaktersterkten.
Een niet noodzakelijk exclusieve, maar wetenschappelijke benadering van deugdethiek en karaktervorming zal waarschijnlijk grote voordelen bieden, zoals zich dat al bewezen heeft in de medische en psychiatrische sectoren. Ook omdat de wetenschappelijke aanpak al gekoppeld is aan een karaktervormingsprogramma lijkt het voor de hand te liggen serieus te onderzoeken of een samenwerkingsprogramma van één of meer academische of andere onderzoekinstituten in Nederland met het Values in Action Institute (VIA), vruchtbaar zou kunnen zijn.
4.6 Faciliteiten voor deugdbevordering
De vernieuwing van religieuze praktijken uit het Rijke Roomsche Leven, zodat de deugdethiek in nieuwe vormen (bij voorbeeld in sport of werk) weer aanspreekt bij jeugd en volwassenen. Kunnen de positieve functies van de biecht (schone lei, vergeving, goede voornemens) aangepast worden!? Ook zo met de vroegere retraites, rozenkrans/rozenhoedje, bedevaarten, Vasten, kruiswegstatie, periodieke gebeden, zoals ochtendgebed?[xxvi] (Het ochtendgebed van Robert Muller in hoofdstuk 3 is een aanrader). Of overname en aanpassing van praktijken uit andere religies, zoals het vijfmaal daags gebed in de Islam en de vijf aandachtsoefeningen van het Boeddhisme. [xxvii]
Sport en spel, ontspanning, vakantie. Spelenderwijs leert men:
- Literatuur, romans, gedichten, sprookjes, spreekwoorden, spreuken, humor;
- beeldende kunst, inclusief gebrandschilderde ramen in kerken. Een aantal kunstzinnige presentaties van deugden en ondeugden staan op deze site;
- film,[xxviii] theater en muziek (b.v. Saint Francois d’Assisi);
- televisie, zoals Sesame Street [xxix]en SIRE[xxx];
- Voorbeeldfuncties en rolmodellen, zoals traditioneel de heiligen in de Katholieke Kerk, maar ook in politiek zoals Mandela en Obama, filmsterren, top sporters en prominenten in het maatschappelijk leven. Modernisering van het instituut ‘heiligen’. Wat kan onze geseculariseerde samenleving van de heiligen leren?
- We hebben eerder gezien dat de huidige schooljeugd als rolmodellen neemt: succesvolle mensen uit het bedrijfsleven, gevolgd door ‘wetenschappers’, bekende sporters, schrijvers en artiesten. Ook personen die zich, ten koste van eigen comfort, inzetten voor de medemens zoals armen in ontwikkelingslanden, bejaarden en zieken;
- ‘How to’ adviezen, zoals Muller’s Tien Geboden voor Alle Mensen en ‘Tien Gouden Tips voor de Woedenden’;[xxxi]
- Gebruik internet en sociale media om kwaliteiten te verbeteren en te excelleren; cursussen in ‘moderne ethiek’ en ‘etiquette’;
- Een computer game, een geïllustreerd informatie en animatie programma dat een ‘concurrent´gaat zijn voor de meest populaire computer games. Alle informatie over excellent gedrag zou daarin opgenomen worden volgens een instructief, geestig plan met toepassing van bewezen leermethoden. Ook het principe van leren van je fouten. De game zou in de vorm van een vredestuin kunnen zijn, waar men zich over paden beweegt, met muzikale begeleiding.
- Spelenderwijs onderzoekt en ontwikkelt men kennis over de deugden. Iedere deugd zou vertegenwoordigd zijn door een bloemenperk, eiland of vijver, iedere ondeugd door een riool, moeras of ander obstakel. Eventueel verder gebruik van symbolen voor deugden zoals de duif voor inspiratie (H. Geest), tevens vredessymbool; bomen, bloemen, dieren, edelstenen, geuren/parfums, kleuren, voedsel. Bij iedere deugd of ondeugd kan men doorklikken naar een variëteit van informatie over de betreffende deugd, zoals kunstvoorstellingen (film, poëzie, muziek, schilderingen, brandschilderingen), hoe de deugd te ontwikkelen, hoe de corresponderende ondeugd te vermijden, literatuurlijst, enzovoorts. Bij een volgende doorklik zou men diepere informatie oproepen over die deugd, zoals de definitie, de theorie, haar geschiedenis, continuüm deugd – ondeugd en relaties met andere deugden en ondeugden;
- Een alternatief voor de tuin als weergave van het deugd/ondeugdpalet, zou een stad zijn, waar gebouwen representatief zijn voor bepaalde kwaliteiten. In feite zou dit een bijna complete stad worden, waarbij infrastructuur en individuele gebouwen van de deugdethische kant worden benaderd.[xxxii] Kortere en langere deugdroutes, standbeelden voor filosofen/ethici en grote werken (Divina Comedia) en kerken, moskeeën, tempels en synagogen voor diverse religies (Boeddhisme, Protestantisme, Rooms-Katholicisme, Hindoeïsme, Jodendom, Islam, etc.) En vormingsinstanties vertegenwoordigd door huis/gezin, scholen en kerken. Je kunt er ook spreuken, wijsheden, gedichten, spreekwoorden en sprookjes plaatsen.[xxxiii]
4.7 Onderhoud excellent gedrag
Het uitoefenen van de deugden dient niet alleen geleerd, maar ook op peil te worden gehouden. De ‘wet van de inertie’ zou er anders voor kunnen zorgen dat het performance niveau gaat dalen. Voor de deugdzamen, de personen van goed karakter zal de innerlijke motivatie al hoog zijn, ook omdat deugdbeoefening geluk (eudamonia) zal schenken. Voor het handhaven van karaktersterktes bij de (nog) niet deugdzamen is externe motivatie nodig, onder meer in de vorm van beloning en straf. [xxxiv]
Om een deugdzame levensminnaar te zijn, heb je een visie, een permanente bron van inspiratie en motivatie nodig. Dat kunnen één of meer deugden zijn, bij voorbeeld liefde (agapè of filia). Of een idealistische instelling. Misschien zijn er meerdere motivatielagen nodig, één voor de grondhouding en een andere om de dagelijkse motivatie op peil te houden. Kunst in zijn diverse vormen kan een deel van die dagelijkse motivatie verschaffen, zoals muziek, toneel en poëzie. En ook meditatie. Het vijfmaal daags gebed bij de Islam lijkt een goede frequentie om de geest op het goede gericht te houden en tijdig van verleidingen en dwalingen terug te keren !
Verwijzingen
[i] B.v. Zuinigheid met Vlijt. Blz. 7/8
[ii] Steenhuis, Peter Henk & Hakkenes, Emiel, Voortreffelijk Leven. Op Zoek naar het Juiste Midden’ Lemniscaat, 2009
[iii] ‘Caring Economics. Convesations on altruïsm and compassion between scientists, economists and the Dalai Lama’Edited by Tania Singer and Matthieu Ricard. Picador. New York.2015
[iv] De Volkskrant, 28/04/2011.
[v] De Volkskrant, Sectie Het Vervolg, ‘Volstrekt respectvol Leven’. Oprukkend Veganisme in Nederland’ Reportage door Caspar Janssen en Gerard Reijn , 2/10/2010, blz. 29.
[vi] Het Nederlands Centrum voor Mondiaal Burgerschap (NCDO) heeft een bewonderenswaardig onderwijsprogramma ontwikkeld voor wereldburgerschap, zie www.ncdo.nl.
[vii] Waarden, Normen en de Last van het Gedrag, Op. Cit.
[viii] Waarden, Normen en de Last van het Gedrag, Op. Cit.
[ix] De Volkskrant, 9 mei 2008, Erens, Joost,’USA onderzoek’.
[x] De Volkskrant, Het Betoog, blz. 5, 23/08/2008. ‘De Zeven Competenties van de Leraar’, Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL), opgesteld tussen 2002 en 2006.De leraar moet competent zijn, als volgt: interpersoonlijk, pedagogisch, vakinhoudelijk en didactisch, organisatorisch, en competent in ‘reflectie en ontwikkeling.; tevens vaardig in het samenwerken met collega’s en met de omgeving van de school.
[xi] Witboek over Corruptie en Integriteit, Davidsfonds, Leuven, Pax Christi/Vlaanderen, blz. 45, 2008, ISBN 978 90 5826 562 3.
[xii] MacIntyre, Alasdair, Op. Cit.
[xiii] Rorate, ‘ Ethiek Begint Binnenskamers’, 1/08/2007.
[xiv] De volkskrant, 29 november 2012, V15 Interview. Bewering komt uit het recente boek van Dan Ariely, ‘Heerlijk Oneerlijk’.
[xv] Maiti, Sandra, Op. Cit., blz. 206/208.
[xvi] Robertson, Ian, The Winner Effect, Thomas Dunne Books, 2012, blz. 26 en 81.
[xvii] Ibid., blz 28/29.
[xviii] Comte-Sponville, André, Op. Cit.
[xix] Ziglar, Zig, ‘Top Performance. How to Develop Excellence in Yourself and Others, Revell, Grand Rapids, 1986, 2003. Sectie1.14
[xx] Rinpoche, Sogyal, Het Tibetaanse Boek van Leven en Sterven, Herziene Editie, Servire/Kosmos, Utrecht, 1993/2003, ISBN 90 215 3668 4, blz. 199 – 201.
[xxi] Waarden, Normen en de Last van het Gedrag. Op. Cit., blz 36/37.
[xxii] ‘Gezag Gezocht’. Interview van Frank Furedi, optimistisch humanist in de Volkskrant van 24 oktober 2009. Het Vervolg, blz. 31.
[xxiii] Waarden, Normen en de last van het Gedrag, Op. Cit., (Diekstra 2004, p. 267).
[xxiv] Nederlandse Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling, www.ncdo.nl.
[xxv] Het Character Education Network, CharacterEd.Net™,), is ontwikkeld en is eigendom van Thinking Media™, specialisten in de ontwikkeling van computer-based onderwijs . CharacterEd.Net wordt in de VS exclusief verspreid door het National Center for Youth Issues, Inc.. (http://www.charactered.net/main; http://cte.jhu.edu; www.cortland.edu/character).
[xxvi] Doyle, Mary, K., The Rosary, Prayer by Prayer,3e Press, Ill, USA,2006.
[xxvii] De Volkskrant, 2 mei 2009, blz. 30 en NRC Next, 7 april, blz. 20, 2008.
[xxviii] Denkbeelden. Van Film naar Filosofie. Onder redactie van Pieter d’Hoine en Bart Engelen, Uitgeverij Pelckmans, 2009.
[xxix] Int. Herald Tribune, 27-28/12/2008, Davis, Michael, ‘The Complete History of ‘Sesame Street’, Viking, 2008,
[xxx] De Volkskrant, 21 maart 2009, Kennis, blz.3, ‘Weet dat je een Hufter Bent’. SIRE heeft meer dan 100 campagnes gevoerd. Geconstateerd wordt dat gedragsveranderingen, zeker duurzame, complexe processen bevatten en moeilijk zijn. Kennis is gemakkelijker bij te spijkeren dan houding en gedrag te veranderen. Kennis en een positieve houding zijn onvoldoende, maar wel noodzakelijke voorwaarde voor gedragsverandering . Het is makkelijker te overtuigen als leeftijdsgenoten de boodschap brengen.
[xxxi]De Pers, Achtergrond, blz.9, 21/06/2008.
[xxxii] Zie als een voorbeeld: thescripturetree.com
[xxxiii] De Volkskrant, 29 september 2007, Sectie Hart en Ziel. Zie artikel “Geestestuinen’ met verwijzing naar boek van Arend Jan van der Horst en Rob Docters van Leeuwen. ‘Hortus Spiritualis. De Tuin als Spirituele en Creatieve Inspiratiebron. Ankh-Hermes, Deventer. 2007, ISBN 978 90 202 0131 4.
[xxxiv]De Volkskrant, Economie, blz. 8 ‘Stress, de Motor van de Economie’. Het artikel geeft aan dat persoonlijkheid, gedrag en houding je meer of minder gevoelig kunnen maken voor stress. Onder de stressverhogende factoren vinden we een aantal deugdelijke eigenschappen, zoals verantwoordelijkheidsgevoel, doorzettingsvermogen, behulpzaamheid en plichtsgetrouwheid. Zie Schaper, Frank ‘Eerste Hulp bij Stress en Vermoeidheid, Scriptum, ISBN 978 90 5594 507 8. 2007