web analytics

Internationale Vrouwendag (8 maart)

Internationale vrouwendag 2017 staat voor de deur. Een symbolische dag om de geschiedenis, actuele status en toekomst van het ‘vrouwenslim’ te overpeinzen. Het verleden heeft er niet goed uit gezien. De rib van Adam is flink gekneusd geweest, en nog. Afgezien van vage verhalen over amazones die er een  matriarchaal (vrouwendominant) systeem op na hielden, zijn vrouwen óf slaven door de geschiedenis heen óf horigen óf een combinatie in het gezin en de samenleving geweest. En in grote delen van de wereld zijn ze dat nog. Het hele bestaan van die vrouwen daar is onderdanigheid, keihard werken en vaak nog afgeranseld worden. Er zijn zelfs nog tientallen miljoenen vrouwen die het weinige lichamelijke genot dat voortplanting zou kunnen brengen is afgenomen door besnijdenis. Naast de gemeenschappelijke drang naar seksualiteit, voortplanting en een variabele hoeveelheid romantiek, is er blijkbaar tussen man en vrouw, individueel en maatschappelijk, een zekere concurrentie om wie de meeste of uiteindelijke macht heeft. En de grotere spierballen van de man lijken  dat in zijn voordeel te hebben beslist.

vader vaker in de keuken

Het is ondertussen een stuk beter geworden voor de vrouw, althans in de westerse cultuur. Officiële gelijkheid met de man, zeker als individu. Op maatschappelijk terrein is er officieel ook gelijkheid en is in de praktijk grote vooruitgang geboekt. Maar er zijn nog achterhoede gevechten op de arbeidsmarkt en in het huishouden. Wereldwijd verdienen vrouwen 24 % minder dan mannen. In de meeste niet-westerse culturen gaat het ook gestaag de goede richting uit met politieke rechten, deelname  aan onderwijs en sociaaleconomische activiteiten.
Er is nog veel te doen. Wet- en regelgeving zijn veelal op orde. De Verenigde Naties hebben een revolutie van verwachtingen en talloze programma’s opgezet in ontwikkelingslanden voor de emancipatie van de vrouw. Daar moet nog veel van de wetgeving en het officiële beleid in de praktijk zijn weerslag vinden. En dat zal tijd vergen maar de beweging is onmiskenbaar in de goede richting.
En wat voor de toekomst hier. De emancipatie van de vrouw (gendergelijkheid) is een van de kernen van de duurzame ontwikkelingsdoelen De Nederlandse overheid wil dat vrouwen en mannen gelijke rechten, kansen en verantwoordelijkheden hebben. Een belangrijk doel van het emancipatiebeleid is dat vrouwen economisch zelfstandiger worden. Daarvoor moeten meer vrouwen aan het werk. Ook moeten werk en zorgtaken beter verdeeld worden tussen mannen en vrouwen.
Het thema voor Internationale Vrouwendag dit jaar  draait om vrouwen in de veranderende wereld van arbeid (zie hierna en ook http://www.internationale-vrouwendag.nl/). Het glazen plafond moet doorbroken worden . Uiteindelijk zal er een quasi-gelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt bestaan. Wat ook zijn weerslag zal vinden op een meer gelijkwaardige verdeling van opvoed- en huishoudelijke taken.
Hoe zal zich dit vertalen op het interpersoonlijke niveau, in samenlevingsvormen en huwelijken?
Grotere verantwoordelijkheden voor vrouwen in arbeid en maatschappij zullen meer realiteitszin en minder romantiek in samenlevingsvormen tussen man en vrouw brengen. Hoe kunnen twee prima donna’s succesvol en duurzaam samenleven? Zal de macht van de liefde, de liefde voor de macht overtreffen en na-ijver tussen partners vervangen worden door betere samenwerking? Potentieel kunnen twee samenwerkende, gelijkgerichte partners superprestaties leveren voor gezin en maatschappij. We dienen onze sociale/emotionele intelligenties en onze communicatievaardigheden te ontwikkelen om zoveel mogelijk zeker te stellen dat er een teamspirit in het huwelijk, een huwelijk van gelijken gaat gedijen.

Addendum: de verschillen tussen vrouwen en mannen worden kleiner

Er is de afgelopen jaren veel veranderd in de arbeidsdeelname van de Nederlandse vrouwen. Mede hierdoor is het aandeel economisch zelfstandige vrouwen in 10 jaar tijd van 46% naar 54% gestegen. Van de Nederlandse mannen is 74% economisch zelfstandig.
Het oude kostwinnermodel waarbij de man fulltime werkt en de vrouw niet, komt nog maar bij 18% van de gezinnen in Nederland voor. Hiervoor is het anderhalf verdienersmodel in de plaats gekomen, een fulltime baan voor de man en een parttime baan voor de vrouw. Dit geldt nu voor 58% van de heteroparen met minderjarige kinderen.
Ook het verschil in arbeidsdeelname tussen vrouwen en mannen is een flink stuk kleiner geworden. In 2005 was het verschil bijna 17 procentpunten en dit verschil is in 2015 nog maar 11 procentpunten.
Vrouwen werken nog steeds voor het overgrote deel in deeltijd. 73% van de werkende vrouwen heeft een deeltijdbaan al worden de deeltijdbanen steeds groter. Het krijgen van kinderen is voor steeds minder vrouwen een reden om minder uur te gaan werken. De helft van alle mannen die net vader zijn geworden ruilen een halve of hele dag werk in voor de zorg van hun kind.
Hoewel mannen gemiddeld nog altijd meer verdienen dan vrouwen is het verschil in uurloon sinds 2008 wel afgenomen. In 2008 lag het verschil bij de overheid op 16%, in 2014 is dat gedaald naar 10%. Bij de overheid verdienen jonge vrouwen nu meer dan hun mannelijke collega’s. In het bedrijfsleven daalde het ook, zij het iets minder snel van 22% naar 20%.
Dit geldt ook voor het aandeel vrouwen in de raden van bestuur (RvB) en raden van commissarissen (RvC). Het aandeel vrouwen in RvB’s is van 7,4% in 2012 gestegen naar 10,2% medio 2016, voor RvC’s is dit gestegen van 9,8% naar 13,1% medio 2016. ‘Er is sprake van vooruitgang, al gaat het erg langzaam
Ook in de wetenschap is er voor vrouwen nog een wereld te winnen. Nu is slechts 17% van de hoogleraren vrouw.  Minister Bussemaker maakte onlangs bekend dat zij 5 miljoen euro investeert om dit jaar 100 vrouwelijke hoogleraren te laten benoemen. Ook de universiteiten hebben toegezegd de komende jaren 200 extra vrouwelijke hoogleraren te benoemen.
studiekeuze en studieresultaten jongens en meisjes
Jongens kiezen op school vaak andere vakken en studies dan meisjes. Daarnaast zijn de studieresultaten van jongens gemiddeld minder goed dan die van meisjes. De Rijksoverheid wil die verschillen in studiekeuze en studieresultaten verkleinen.
Meisjes kiezen minder vaak voor technische studies dan jongens. Jongens kiezen juist minder vaak voor studies in de zorg en het basisonderwijs. Daardoor missen jongeren onnodig kansen op een baan.
Meisjes halen gemiddeld een hoger opleidingsniveau dan jongens. Ook halen meisjes gemiddeld vaker een diploma en studeren ze sneller af.

rangorde verdiensten wordt gelijkmatiger

Werkuren en verdiensten
Na het behalen van hun diploma vinden jonge vrouwen en mannen ongeveer even vaak werk.
Anders dan vaak wordt gedacht, zijn het niet alleen moeders met jonge kinderen die in deeltijd werken. Uit het onderzoek blijkt dat jonge vrouwen kort na de afronding van hun opleiding al vaker in deeltijd werken dan jonge mannen, dus ook als de meesten van hen nog geen kinderen hebben (62 % tegenover 28%). Jonge vrouwen zijn minder vaak economisch zelfstandig dan jonge mannen. Het verschil is het grootst in de groep 30 – 34 jaar: 66 % van de vrouwen en 82 % van de mannen is economisch zelfstandig.
In Europa springt Nederland eruit vanwege het grote verschil in het aantal gewerkte uren tussen jonge vrouwen en mannen (gemiddeld 29 tegenover 37 uur). In Europa vrouwen gemiddeld 35 en mannen 39 uur.

De toekomst ziet er goed uit voor onze betere helft. Ze kunnen het!